Verhalen van een levenswerk in de Rotterdamse haven door John Koks
DE BUITENLANDERS BIJ ONS
Interpool was een wereldwijd bedrijf met overal vestigingen en agentschappen. Wij waren, in dienst van ruys en co en werkte voor Interpool, een agentschap onder gebracht bij ruys en co die daar natuurlijk ook aan verdiende.
Op de werkvloer was ik samen met een vrouwelijke collega en een (water)leiding gevende. Maar dat was niet alles er waren ook twee buitenlanders bij ons soms aanwezig, de “manager equipment” en de “manager europe overall”.
De laats genoemde, Eric B. was een Belg een beetje verlegen ondanks zijn functie en altijd vriendelijk, ik heb hem nog nooit boos gezien in ieder geval.
De andere buitenlandse speler in dit geval was een heel ander verhaal.
Als je niet beter zou weten had hij de Nederlandse Hongerwinter meegemaakt en zijn familie ook, dat kon niet want daar hadden ze de leeftijd niet voor. Ik moet toegeven je kon wel lachen met hem maar hij kon tegenover de depots (waar interpool zijn containers had staan) een vreselijke pain in the ass zijn.
Vitorrio heette hij een echte Italiaan maar gek op Nederlands eten.
U moet weten wij hadden een voortreffelijke kantine bij Ruys en Co en je kon daar (gratis) eten wat je wilde en elke dag was er een snack voor diegene die dat wilde.
De standaard maaltijd van onze Vitorrio bestond uit twaalf boterhammen met beleg, beleg wat wel een dag of twee goed bleef, 6 stukken fruit en als hij de kans kreeg minimaal 4 snacks.
Het vreemde was wij zagen hem nooit zoveel eten en begrepen daar niets van, totdat hij een keer uit de school klapte.
Er van uit gaande dat zijn salaris toen al over de balkenende norm zat vertelde hij dat alle eten wat over was mee naar huis ging naar vrouw en kinderen.
Ik hoor u denken wat asociaal en dat dacht ik ook maar later bleek dat zijn vrouw geen nederlands sprak nog en ook geen boodschappen kon doen, daarom nam hij zoveel om dat thuis aan vrouw en kind te geven.
Daar wordt je zelfs in de haven stil van zoveel liefde.